Toen ze wegging, liet ze het sneeuwen.
Soms laat ze het regenbogen. Dat is echt een werkwoord. En een kunst.
Ze laat het soms stil worden, middenin de grote drukte. Stormen doet ze minder stormen en zomerdagen doet ze meer zonnebloemen schijnen.
Klein puntje van kritiek: ze hielp me niet mee om de orchidee in leven te houden.
Mijn oma had orchideeën op een vensterbank. Een stuk of 5 exemplaren naast elkaar. Vensterbankorchideeën. Mijn oma was een vensterbankorchideeënoma. In mijn herinnering bloeiden die planten altijd. Steeds met 12 tot 15 bloemen per plant. Mijn oma kon dat goed.
Op één van die laatste dagen zei ze dat ik eentje moest meenemen. De orchidee met de witte pot, om precies te zijn. In zo’n situaties neem je elke opdracht ter harte en zo was ik een vensterbankorchidee rijker.
Je kan veel zeggen over mijn groene vingers, vooral dat ze niet echt groen zijn en dus op dag 281 na die tiende december bevond ik me in een gigantische huilbui en vervuld met een enorm schuldgevoel met een dorre orchidee in de vuilnisbak.
Juw.
Ik had het nog gezegd dat ze zich moest herpakken. Oma babbelde tegen de planten want ze was overtuigd dat aandacht geven helpt om te bloeien. Ik babbelde ook: zacht en rustig, maar op de duur leefden de orchidee en ik bijna op voet van oorlog. Dit was echt godverdomme van niet willen. Pardon my french.
Daar stond ik dan te staren naar de dorre orchidee in de vuilnisbak. Dit was ook wel anders dan ik me had voorgesteld. In mijn gedachten was ze blijven bloeien met minstens 12 bloemen naast oma’s foto.
Beetje circle of life-dinge, geweetwel.
‘t Is spijtig dat ze niet van vensterbankcactussen hield.
(c) Naiké Costa
Comments